koetsiersbewijs examen 8

Maak een keuze uit A, B of C en druk na het invullen van alle vragen op de knop om je uitslag te zien. Vraag vergeten, dan krijg je een foutmelding!

1. Het poetsen van een paard dat altijd buiten loopt moet men:


2. Hoe heet de overgang van de hals naar de rug?


3.Waarmee heeft de term warmbloed/koudbloed te maken?


4.Bij hoefbevangenheid:


5.Een piephak is:


6.Waneer spreken we van een steile kootstand?


7.Een paard krijgt zeker voldoende mineralen en vitaminen:


8.Voor een goede stalhygiëne moet men:


9.Mag een paard met een versnelde ademhaling op stal worden gezet?


10.Kenmerken van een gezond paard zijn onder andere….


11.Hoefgebreken komen in vele variaties voor. Bij een bokhoef…


12.Een paard dat kort na aanvang van een rit een moeizame gang vertoont en hevig begint te zweten, met name op zwaar bespierde plaatsen, heeft last van:


13.Wanneer noemt men een paard een wever? Als het…


14.Een paard met een dof haarkleed en wat lusteloos gedrag heeft waarschijnlijk:


15.Een luxe (antiek) rijtuig moet regelmatig gewassen worden. Het laten opdrogen moet niet in de zon gebeuren, omdat:


16.Een rijtuig met in de bak bankjes in de lengterichting is meestal:


17.Voor een rijtuig met uitsluitend een vaste evenaar met paddestoelen behoort u een paard in te spannen met:


18.Het borsttuig moet bij een aangespannen paard zo liggen dat:


19.Waar bevindt zich de trompethaak aan het tuig?


20.De stang van een bit behoort zodanig in de mond te liggen dat:


21.Waarom mogen menners niet alle natuurterreinen gebruiken?


22.Het bord"VERBODEN TOEGANG art. 461. Wetb. van Strafrecht" betekent:


23.We kennen in de natuurterreinen wildroosters en veekerende roosters. Wat is een belangrijk verschil?


24.Waar moet u aan denken als u een terrein binnenrijdt?


25.Voor men thuis wegrijdt met een aanspanning is het goed:


26.Wanneer het paard tijdens een rust niet wordt uitgespannen mag men nooit:


27.Als men met een aantal aanspanningen bij elkaar staat en er gaat een aanspanning vertrekken, dan:


28.Bij het mennen is nageven een vaak genoemd begrip. Hiermee wordt bedoeld….


29.De volgorde van belangrijkheid van de verkeersvoorschriften is als volgt:


30.Wat verstaan we in het verkeer onder bijzondere manoeuvres?


31.Fietsstroken met een doorgetrokken streep zijn bedoeld voor:


32.Dit verkeersbord betekent….


33.Wanneer behoor je de verlichting, op de openbare weg, van je aanspanning te ontsteken?


34.Een aanspanning wil een inrit naar rechts inrijden. Naast hem op het rijwielpad nadert een fietser en op het trottoir loopt een voetganger. Wie heeft er voorrang?


35.Hoe zit een paardenvoorbeen in elkaar, gerekend vanaf de hoef:



Van de 35 vragen heeft u er goed beantwoord, je mag totaal 7 foute antwoorden hebben om te slagen.
Dat is een percentage van
%  

Bekijk hier de antwoorden

Antwoorden:

1.  C 6.   C 11. B 16. A 21. C 26. C 31. C
2.  A 7.   B 12. B 17. B 22. C 27. C 32. C
3.  B 8.   A 13. B 18. B 23. B 28. B 33. A
4.  B 9.   B 14. C 19. B 24. A 29. C 34. C
5.  B 10. B 15. B 20. C 25. B 30. A 35. C